Aspirine heeft waarschijnlijk via twee verschillende mechanismen een remmend effect op de ontwikkeling van darmkanker. Aan de ene kant heeft aspirine een preventieve werking en aan de andere kant zorgt het ervoor dat darmkanker minder makkelijk uit kan zaaien. Dr. Marlies Reimers is als arts verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en was betrokken bij de ontrafeling van deze mechanismen.

.
.
.
.
.
.
.
‘We denken dat bloedplaatjes een rol spelen bij de uitzaaiing van kanker’, aldus Reimers. ‘Ze kunnen de tumorcellen in de bloedbaan afschermen, zodat deze niet herkend worden door cellen van het immuunsysteem’. Volgens Reimers zou aspirine kunnen helpen om kankercellen in de bloedbaan toch te ‘ontmaskeren’, waardoor ze door immuuncellen kunnen worden aangevallen en de uitzaaiing geremd kan worden. Deze werking van aspirine hangt wel af van de aanwezigheid van een specifiek eiwit op de tumorcellen, het Humaan leukocytenantigen klasse I (HLA klasse I). De aanwezigheid van dit eiwit op de tumorcellen kan volgens Reimers dan ook voorspellen of de behandeling met aspirine bij darmkanker wel of geen zin heeft.

Naast de werkzaamheid tegen bestaande darmkanker, kan aspirine ook helpen bij het voorkomen van darmkanker. Deze preventieve werking ontstaat doordat aspirine een remmende invloed heeft op de vorming van darmpoliepen. Darmpoliepen zijn vaak een voorloper van darmkanker. Om de exacte rol van aspirine bij darmkanker nog verder op te helderen, is meer onderzoek nodig. Met name zouden grotere klinische studies de bevindingen nog verder kunnen ondersteunen.